De rechtsfiguur van de erfdienstbaarheid van weg, ook wel het recht van overpad of toegang genoemd, bestaat al sinds jaar en dag. Deze geeft derden de bevoegdheid om van uw erf gebruik te maken om zo een ander erf te bereiken. Overweegt u het opheffen erfdienstbaarheid? Lees direct verder of vraag het onze advocaat burenrecht.
Ook tegenwoordig komt het nog veelvuldig voor dat eigenaren moeten dulden dat derden gebruik maken van hun stuk grond. Een gevestigd recht van erfdienstbaarheid kan vele jaren teruggaan. Hierdoor is het mogelijk dat niet u maar een vorige eigenaar van uw huidige perceel het recht van erfdienstbaarheid ten behoeve van bijvoorbeeld het perceel van uw buren (het heersende erf) heeft gevestigd.
Maar wat nu als u niet langer wilt dat derden gebruik maken van uw grond om een ander perceel te bereiken? Wanneer u deze erfdienstbaarheid wilt opheffen, dan heeft u met een aantal dingen rekening te houden. De mogelijkheden tot opheffing en de bijzonderheden die hierbij gelden wat betreft erfdienstbaarheden die vóór 1 januari 1992 (dus onder het oude recht) zijn gevestigd, zullen in dit artikel aan de orde komen.
Mogelijkheden tot opheffen erfdienstbaarheid.
De wet biedt u als eigenaar van het perceel dat bezwaard is met het recht van erfdienstbaarheid (het dienende erf) twee mogelijkheden om tot het opheffen van dit recht over te gaan. Kort gezegd zien deze er als volgt uit:
- Opheffing van dit recht op grond van onvoorziene omstandigheden dan wel op grond van strijd met het algemeen belang.
- Opheffing van de erfdienstbaarheid indien de uitoefening van dit recht onmogelijk is geworden of indien de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang meer heeft bij de uitoefening van het recht van erfdienstbaarheid dat ooit ten behoeve van zijn perceel is gevestigd.
Bijzonderheden bij opheffen van een oude erfdienstbaarheid.
Bij de opheffing van erfdienstbaarheden die onder het oude recht zijn gevestigd, moet u rekening houden met enkele bijzonderheden. Deze bijzonderheden komen voort uit het overgangsrecht dat een brug slaat tussen het oud en nieuw Burgerlijk Wetboek dat sinds 1 januari 1992 geldt.
Dit recht bepaalt namelijk ten aanzien van oude erfdienstbaarheden dat deze niet op grond van onvoorziene omstandigheden dan wel op grond van strijd met het algemeen belang kunnen worden opgeheven. De gedachte hierachter is dat u en de eigenaar van het heersende erf bij de vestiging van het recht van erfdienstbaarheid niet met dergelijke opheffingsgronden rekening hebben kunnen houden.
Daarentegen wordt de tweede mogelijkheid tot opheffing niet door het overgangsrecht aangetast. Het gaat dan om het geval dat de uitoefening van dit recht onmogelijk is geworden of indien de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang meer heeft bij de uitoefening van het recht van erfdienstbaarheid en het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening of het redelijk belang daarbij zal terugkeren.
Deze opheffingsgronden zijn immers alleen van toepassing in het geval dat de voortzetting van de erfdienstbaarheid voor de eigenaar van het heersende erf niet meer van belang kan worden geacht.
Opheffing wegens het ontbreken van een redelijk belang.
Toch zit ook bij laatstgenoemde opheffingsgrond, met betrekking tot het ontbreken van een redelijk belang, een addertje onder het gras. In het kader van deze opheffingsgrond lijkt het voor de hand te liggen dat de belangen van beide eigenaren op een gelijkwaardige manier dienen te worden afgewogen. In de rechtspraak is echter bepaald dat uit het gevestigde recht van erfdienstbaarheid volgt dat uw belangen als eigenaar van het dienende erf in beginsel ondergeschikt zijn gemaakt aan de bij de uitoefening van de erfdienstbaarheid betrokken belangen van de eigenaar van het heersende erf.
De Hoge Raad heeft zelfs geoordeeld dat de beoordelingsmaatstaf alleen uitgaat van de belangen van de eigenaar van het heersende erf wat zou betekenen dat uw belangen bij de opheffing geen rol spelen. Dit met uitzondering van de situatie dat sprake is van misbruik van bevoegdheid aan de zijde van de eigenaar van het heersende erf. In de lagere jurisprudentie heerst echter de algemene opvatting dat wel in enige mate rekening dient te worden gehouden met uw belangen als eigenaar van het dienende erf.
Ook hier dient wel de belangrijke kanttekening bij te worden geplaatst dat uw belangen nog steeds niet even zwaar wegen als de belangen van de eigenaar van het heersende erf waardoor u als het ware met 1-0 achter staat. Als eigenaar van het dienende erf zal u dus een zeer zwaarwegend belang moeten hebben indien u over wilt gaan tot het opheffen van de erfdienstbaarheid.
Hoewel de mogelijkheden tot het opheffen van een oud recht van erfdienstbaarheid worden beperkt, wil dat niet zeggen dat opheffing van een dergelijk recht niet mogelijk is. Wilt u meer informatie over de opheffing van een (oud) recht van erfdienstbaarheid of wilt u weten wat de mogelijkheden tot opheffing van dit recht zijn in uw situatie? Neem dan contact op met onze advocaat burenrecht Cynthia Gijsbers.
Bent u gevestigd in de omgeving van Boerdonk, Boskant, Eerde, Erp, Keldonk, Mariaheide, Nijnsel, Olland, Schijndel, Sint-Oedenrode, Veghel, Wijbosch en Zijtaart (Gemeente Meierijstad), Uden, Gemert, Nistelrode, Beek en Donk of Heeswijk? U kunt dan terecht op onze vestiging in Veghel. Voor telefonisch contact kunt u ons op dit kantoor bereiken via +31 413 35 22 11.
Of bent u gevestigd in de omgeving van Oss, Rosmalen, Berghem, Schaijk, Heesch, Ravenstein of Kerkdriel? Dan is onze dichtstbijzijnde vestiging in Oss. Neem dan contact op met dit kantoor. U kunt ons bereiken op het volgende nummer +31 412 76 02 27.